Starten met een boeiende tekst

Op de titelpagina van elke unit worden de taaltaak (oranje), de kennis­elementen en de strategieën die hiervoor nodig zijn aangekondigd.

Authentieke teksten

  • Boeiende thema’s die aansluiten bij de leefwereld en de studiekeuze van de jongeren.
  • Verwerkingsopdrachten bij de tekst, ook op verdiepingsniveau.
4 lessen bouwen op
naar de taaltaak
  • Inoefenen van woordenschat en taalstructuren gebeurt aan de hand van de functional language box. 
  • Nieuwe grammatica wordt inductief aangebracht en ingeoefend in een functionele context.
  • Strategieën worden in een aparte les aangereikt en ingeoefend.
  • Inoefenen van woordenschat en taalstructuren gebeurt aan de hand van de functional language box
Kennen is kunnen

Wat moet ik kunnen?

Elke unit eindigt met een productieve taaltaak.

  • Communicatief: duidelijke context en doelpubliek.
  • Stapsgewijs en opgebouwd volgens het OVUR-principe.
  • Met aandacht voor zelfreflectie en evaluatie.

Wat moet ik kennen?

Alle bouwstenen voor de taaltaak zijn verzameld in de mindmap. Zo weten leerlingen precies wat ze moeten studeren.

  • De woordenschat wordt thematisch opgelijst op de groene pagina’s. 
  • In de Grammar Summary vinden de leerlingen een overzicht van alle geziene grammatica. 
  • Strategie biedt ondersteuning.
  • In de rubriek Let’s practise vinden de leerlingen geïntegreerde oefeningen.